Kunst kan behoorlijk wat bij je los maken. Kunst kan ontroeren, je verbazen. Sommige kunstwerken maken je angstig, boos, of blij. Dit is de zeggingskracht van kunst. Wat de kunstenaar bedoelt, is overigens lang niet altijd hoe het bij jou als kijker binnenkomt. Maar er zijn wel bepaalde middelen, die een kunstenaar kan inzetten om jouw blik te sturen. Een van de middelen is kleur.  

Met kleurcontrasten kan een schilder je aandacht richten op een object, een stemming benadrukken, of een warme of juist koele sfeer oproepen.

August Macke, Turks café (1914)

Warm-koudcontrast

In 1914 reisde August Macke drie weken door Noord-Afrika. In Turks café heeft hij zijn indrukken van de streek willen vangen. De warme gele en rode kleuren versterken de sfeer van het warme landschap. Macke gebruikt ook groene en blauwe tinten. Ze geven contrast aan het werk: de koele kleuren versterken de warme kleuren.

Paulus Moreelse, Venus met duif (1628). Centraal Museum Utrecht

Licht-donkercontrast

Je ziet hoe de donkere achtergrond op het schilderij van Paulus Moreelse Venus naar voren drukt. Het contrast van de achtergrond met de lichte kleuren van haar huid en haar felgeel gekleurde omslagdoek geven diepte aan het werk. Haar iets voorovergebogen houding geeft je het idee dat ze bijna van het schilderij loskomt.

Symbolisch kleurgebruik

Kleuren kunnen ook symbolisch gebruikt worden. Maria heeft niet voor niets meestal een blauwe mantel aan. Blauw staat onder andere voor goddelijkheid, net als goud. De aureolen om haar hoofd en bij andere heiligen zijn vaak goudkleurig. Ook goud staat voor goddelijkheid. Niet alleen daarvoor trouwens, goud staat ook rijkdom en luxe. Goud geeft een luxe uitstraling. Bovendien, als de opdrachtgever zich bladgoud kon veroorloven, dan moest hij wel rijk zijn. Status speelde dus ook een rol!

Net echt

Bij realistisch kleurengebruik mengt de kunstenaar de kleuren tot ze overeenkomen met de kleuren in de werkelijkheid. De Hollandse schilders uit de zeventiende eeuw zijn beroemd om hun meesterlijke wolkenluchten.

Salomon van Ruysdael, Zicht op Deventer (1657).

Impressionistische kleuren zijn over het algemeen wat helderder dan realistische kleuren. De verfstreek is vaak wat losser, wat grover. Je kunt vaak de kwaststreek zelf terug zien in het schilderij. De Franse impressionisten als Monet, Degas en Renoir waren er meesters in.

De werkelijkheid losgelaten

Misschien iets aangezet, toch is deze kunst nog trouw aan het realisme. Pas de expressionisten laten dit realistische kleurgebruik echt los. Het gaat deze schilders om de uitdrukking van hun gevoelswereld, om expressie te geven aan hun innerlijk. Zo kunnen boomwortels zomaar blauw worden. Misschien zette Vincent van Gogh wel de deur voor hen open? De Duitse expressionisten zijn in ieder geval zeker door hem geïnspireerd!

Vincent van Gogh, Boomwortels (1890). Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting).

In deze blogserie lees je over de belangrijkste termen uit de pas verschenen KijkWijzer met beeldende begrippen. Welke keuzes maken kunstenaars tijdens hun maak- en denkproces? Met deze kennis kijk je in het museum met een nieuwe blik naar beeldende kunst.

Meer zien en weten over de KijkWijzer? Lees hier deel 1 en deel 2. De KijkWijzer met beeldende begrippen is uitgegeven bij Uitgeverij LAMBO.