Eén lijn leidt tot een levenslange breuk tussen twee vrienden.

Als broodschilder begint Piet Mondriaan met landschappen, boerderijtjes en stillevens. Maar in 1911, als hij naar Parijs is vertrokken, verandert zijn werk aanzienlijk. Mondriaan experimenteert er driftig in de kubistische stijl van Picasso en Braque, van wie hij deze werken voor het eerst in de Franse hoofdstad ziet. Stilleven met gemberpot is een van de prachtige resultaten. Zijn eerste stap richting abstracte kunst is gezet.

Piet Mondriaan, Stilleven met gemberpot II (ca. 1912), Guggenheim Museum, New York

Tijdens de eerste Wereldoorlog keert Mondriaan terug naar Nederland. Onder de indruk van het oorlogsgeweld gaat hij verder op zijn zoektocht naar een universele schildertaal, ontdaan van emoties en slechts op een enkele manier te verstaan. Hij zoekt naar een zo groot mogelijke harmonie in zijn werk en komt uiteindelijk uit bij zijn nu wereldberoemde abstracte werken.

Mondriaan, Van Doesburg en De Stijl

In Nederland leert hij zijn collega Theo van Doesburg kennen, die laaiend enthousiast is over zijn werk. De twee worden goede vrienden. Mondriaan sluit zich aan bij De Stijl, een groep samenwerkende kunstenaars die eerder opgericht is door Van Doesburg. Andere beroemde leden zijn kunstenaar Bart van der Leck en architect Gerrit Rietveld. De leden van De Stijl willen de heersende, in hun ogen gezapige, kunstmores radicaal veranderen. De moderne kunst moet  naadloos aansluiten bij de snelle veranderingen in de moderne wereld, vinden zij. Hun ideeën leiden naar een geometrische, abstracte kunst.

Vanaf 1917 verdwijnt elke verwijzing naar de werkelijkheid in het werk van Mondriaan. Zijn werken heten vanaf dan steevast ‘compositie’. Slechts geschilderd in de primaire kleuren rood, geel en blauw, aangevuld met wit en zwart. Met alleen horizontale en verticale lijnen, die zorgen voor een proportionele en harmonieuze vlakverdeling.

Piet Mondriaan, Compositie no. IV in rood, geel en blauw (1929), Stedelijk Museum Amsterdam

Van Doesburg werkt enige tijd in dezelfde stijl als Mondriaan, maar voegt dan een nieuwe lijn toe in zijn werk: de diagonaal. Het gebruik van de diagonaal zou meer dynamiek aan het doek geven, meer spanning in het schilderij brengen. Dat is een gruwel in de ogen van Mondriaan, die altijd vast blijft houden aan zijn theorieën van harmonie in rechte lijnen.

Theo van Doesburg, Contra-compositie V (1924)
Stedelijk Museum Amsterdam
Piet Mondriaan, Tableau no IV (ca. 1925),
National Gallery of Art, Washington

Saillant detail: Theo van Doesburg noemt zijn werk Contra-compositie

Het meningsverschil zou leiden tot een levenslange breuk tussen beide vrienden. Mondriaan verliet daarom zelfs De Stijl. De enige ‘concessie’ die Mondriaan deed, was de introductie van het ruitvormige doek. Door het doek op zijn punt te zetten, maar de rechte lijnen te handhaven bleef de harmonie toch bestaan, meende hij.

Meer lezen over kunst en kunstenaars? Lees verder op mijn blog.